|
||||||||
Het is niet meteen onze gewoonte oude koeien uit de gracht te halen, maar voor deze re-issue maken we graag een uitzondering. In de vroege jaren ’70 was het viertal Folk och Rackare, twee Zweden en twee Noren, zo’n beetje de Scandinavische tegenhanger van Fairport Convention en Steeleye Span. Zangeres Carin Kjellman - ze speelde ook nog gitaar, fluit en dulcimer- en Ulf Gruvberg (zang, gitaar, psalter, fluit, hoorn en mondharp) begonnen als duo in 1972, toen ze nog studeerden aan de universiteit van Göteborg en ze maakten twee elpees in die samenstelling. Vanaf pakweg 1976 breidde het gezelschap uit met de twee Noren, waar ik het eerder over had: Jørn Jensen, die zowat een doorslag was van Gruvberg, toch qua zang en instrumenenbeheersing en Trond Villa, viool, Hardangervedel, en percussie en stem maakten dat de band een veel groter bereik kreeg, zowel op het vlak van de zang, nu ze met vier waren, als inzake instrumentengebruik: in geval van nood konden tot twintig instrumenten ingezet worden om de liederen en deunen te herwerken. Want dat was exact waar het viertal mee bezig was: oude liederen en melodieën van de vergeetput redden en ze in een meer hedendaags kleedje steken. Zo deed men dat destijds in Vlaanderen en zo deed men het ook toen in Scandinavië. De eerste twee platen uit die periode, met name 1976 en 1978, waren al een paar jaar beschikbaar bij een aantal streamingdiensten, maar ze verschenen niet eerder op CD en aan dat euvel wordt nu dus verholpen en nog wel via de twee vliegen in één klap-methode:de twee elpees samen duren 74 minuten en dat kan netjes op de huidige generatie van zilveren schijfjes, die we -nog even- cd’s noemen. Tweeëntwintig nummers lang krijg je van het viertal een fantastische terugblik op hoe jonge mensen van toen met folkmuziek bezig waren: ernstig als het moest, speels als het kon en toen al was duidelijk dat je te maken had met goeie vocalisten, die ook hun mannetje konden staan op hun instrumenten en, al kunnen de liederen niet verbergen dat het gaat om dingen die uit de jaren ‘70, toch klinken ze op deze CD allesbehalve gedateerd. Integendeel, die is een bijzonder fraai tijdsdocument dat mensen van bij ons, die misschien niet meteen vertrouwd waren met de Scandinavische folk van toen, een inkijk kan geven in een folkscene, die tegelijk vrij gelijkaardig klonk als de onze en toch danig verschillend, omdat de manier van zingen tussen beide regio’s ook flink verschilt. Zelf had ik toen een broer die nogal “mee” was met dit soort muziek. De broer is er niet meer, maar zijn platencollectie verhuisde wel naar Villa H. en jawel hoor: de beide elpees van toen zitten er tussen. Dat geeft me een kans extra nauwkeurig te vergelijken, al weet ik nu al wat de conclusie is: beide platen staan hier in volle glorie, opgepoetst en wel, te blinken op één schijfje. Makkelijk zat en van harte aanbevolen aan wie houdt van vintage folkmuziek! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||